Smaakontwikkeling: zo werkt het
8 oktober 2017Voor jou is eten waarschijnlijk heel vanzelfsprekend, maar voor een baby is alles nieuw. De smaken, maar ook de structuur en de techniek van het eten zelf. Hoe werkt dat eigenlijk: het ontwikkelen van smaak? Wij zochten het uit.
In de buik
De smaakontwikkeling van een baby begint al in de baarmoeder. Rond twaalf weken heeft de foetus al smaakpapillen: zenuwuiteinden op de tong die onze hersenen vertellen wat we eten. Van eten is dan natuurlijk nog geen sprake, maar er komt wel vruchtwater in het mondje dat er daarna door de neus weer uitstroomt. De smaak van het vruchtwater wordt mede bepaald door wat de moeder eet. Door veel verschillende, uitgesproken smaken te eten, went het kindje al in de buik aan verschillende smaken. Hier kan het ook al een voorkeur voor ontwikkelen. Misschien is je baby dus al in je buik dol op een pittige curry of een stukje zelfgemaakte cheesecake!
Zoet is goed
Als een baby geboren wordt, heeft hij of zij duizenden smaakpapillen. Daardoor kunnen ze extreem goed proeven en verdragen ze alleen heel milde smaken. Dat aantal smaakpapillen neemt snel af: na tien jaar is nog maar de helft daarvan over en na dertig jaar zijn het er nog zo’n 250. Dat is ook de reden dat volwassenen veel meer verschillende smaken lekker vinden. Eigenlijk proeven we dus gewoon minder! De voorkeur van baby’s gaat uit naar zoet. Vruchtwater is zoetig en moedermelk is dat ook. Die voorkeur komt voor een deel vanuit een overlevingsmechanisme. In de natuur zijn oneetbare, giftige dingen vaak bitter of zuur. Zoete dingen zijn vaak juist veilig om te eten.
Beter tegen bitter
Veel mensen houden niet van bitter, maar de een kan er beter tegen dan de ander. Dat lijkt genetisch te zijn bepaald. Pas in 2003 werd ontdekt dat er een gen is dat zorgt voor smaakpapillen die sterk op bitter reageren, terwijl een andere variant van het gen bitter helemaal niet waarneemt. De meeste mensen hebben beide varianten en reageren neutraal op bittere smaken. Het kan ook zijn dat je twee keer de bittervariant hebt, dan vind je witlof waarschijnlijk al vreselijk vies. Heb je de andere variant, dan vind je bitter juist lekker en kun je geen genoeg krijgen van dingen als grapefruit, tonic en spruitjes.
Van borst en fles naar lepel
Tussen de 4 en de 8 maanden kun je beginnen met je baby vaste voeding geven. De precieze leeftijd waarop een kindje hieraan toe is verschilt per individu. Dit is natuurlijk een grote overgang: van melk naar een heel ander soort voeding. Naast nieuwe smaken en structuren moeten kinderen ook leren eten van een lepeltje. Een hele kunst! Eten van een lepel vraagt een heel andere beweging van de mond dan drinken uit de borst of fles; het kan dus even duren voor ze dit onder de knie hebben. Geef niet te snel op als je denkt dat je kindje iets niet lekker vindt. Bied een smaak per keer aan en houd dit een aantal dagen achter elkaar vol. Om helemaal te wennen aan een smaak moet een kindje het wel 8 tot 10 keer proeven.
Zelfgemaakt of uit een potje?
Het klinkt misschien als veel gedoe: zelf babyvoeding maken. Toch is het voor de smaakontwikkeling van een baby wel goed om te kiezen voor zelfgemaakte voeding. Je weet op die manier precies wat er in zit en je kunt de hapjes wat grover maken als het kindje ouder is zodat het went aan andere structuren. Als je er een beetje handigheid in krijgt, hoeft het ook nauwelijks tijd te kosten.
Wil je meer lezen over kinderen en voeding? Claire geeft je een heleboel tips.